“Ik heb een trouwe vaste klantenkring. Ik blijf hier tot mijn pensioen”
“Geboren Westwijkers hebben humor en houden van gezelligheid,” zegt Peter van Bekhoven in zijn kapsalon aan de Dirk de Derdelaan. Hoewel hij zelf opgroeide in Vlaardingen Centrum, vestigde hij zich begin jaren ’90 met zijn kapperszaak in de Westwijk. En ging er nooit meer weg. Voor Wij de Westwijk een ondernemer bij uitstek voor een nadere kennismaking. Hoe ziet Peter het winkelgebied anno 2023? Wat is er veranderd, waar moeten we zuinig op zijn en hoe ervaren zijn klanten hun wijk? We vragen het hem op een zomerse augustusdag.
Het kappersvak heb ik geleerd van Ton Pappers, de eigenaar van Salon for men,” begint Peter, “waar mijn ex-vrouw werkte. Het was een goedlopende zaak in het centrum. Klanten kwamen er voor hun haar én voor de relaxte sfeer. Zelf werkte ik toen nog in de metaalindustrie, in mijn vrije tijd ging ik vaak een bakkie doen in de kapperszaak. Zo ben ik er eigenlijk een beetje in gerold. Het sociale aspect vind ik ook nu nog een van de leukste kanten van mijn werk. Mensen gaan in je stoel zitten en beginnen te praten. En als ze tevreden zijn komen ze terug.
Leuke woning
Na een aantal jaar besloot ik samen met een compagnon te zoeken naar een groter pand. Dat lukte hier in de Westwijk en onze vaste klanten gingen met ons mee. Net als de wijkbewoners deden ze hier gelijk ook hun dagelijkse boodschappen. Samen met de winkels aan de Floris de Vijfdelaan was hier alles wel zo’n beetje te vinden. Kort daarna kochten mijn ex en ik een flat in de Geert Grootelaan: een leuke woning voor een goeie prijs en dicht bij de zaak. Maar goed, dat was toen, ondertussen woon ik al meer dan twintig jaar in Oud-IJsselmonde. Waarom? We keken naar een wat ruimer huis in de Westwijk, het liefst nieuwbouw, maar we vielen steeds buiten de boot. Op een gegeven moment word je het wachten zat natuurlijk.”
We praten over de huidige situatie in de wijk. “Kijk om je heen. De diversiteit aan winkels is er al lang niet meer. Minder aanbod betekent minder klanten, vertrekkende ondernemers en lege panden.” Sceptisch: “Overdag nauwelijks winkelend publiek en ’s avonds volk dat je juist liever niet voor je deur hebt.” Peter zwaait naar een voorbijganger, er verschijnt een glimlach op zijn gezicht. “Goedemorgen schoonheid,” zegt hij tegen de oudere dame die even later in de winkel staat. De vrouw geeft hem een papieren broodzak: “Hier Peet, je hebt vast nog niet gegeten.” Als ze de winkel verlaat, lacht Peter dat er gelukkig nog steeds goed voor hem wordt gezorgd.

Meer wijkagenten
Terug aan tafel vervolgt hij: “Ik ben een gezelligheidsmens. Het contact, het praatje, dát is waar het mij om gaat. Met mijn klanten, met mensen die hier wonen.” Hij gebaart om zich heen: “Met al die spiegels zie ik iedereen die langsloopt. Ik zwaai naar wie ik ken of ik kijk wie het is. Ik probeer contact te maken, dat is hoe ik ben. Maar sinds de keer dat ik een schofterig ‘wat-mot-je’ naar mijn hoofd kreeg geslingerd, ben ik veel meer op mijn hoede. Ik snap het wel als oudere klanten me vertellen dat ze ’s avonds de deur niet meer uitgaan.
Het evenwicht is weg. Naar mijn idee door jarenlang slecht beleid: te veel goedkope flatjes waar mensen met weinig geld terechtkomen, veel ouderen, veel immigranten en een wijk waar ’s avonds voor jongeren niets te doen is. Nu de Westwijk is aangemerkt als probleemwijk komt er van alles op gang. Zoals nieuwbouwprojecten met huur- en koopwoningen in verschillende prijsklassen. Nu hopen dat de adem lang genoeg is om de wijk echt een nieuwe kans te geven. Een tip voor de korte termijn? Meer wijkagenten. Ervaren en betrokken agenten die ook echt de wijk in gaan en begrijpen dat het tijd nodig heeft om vertrouwen te winnen. En die niet een jaartje blijven en dan weer ergens anders gaan kijken.
Weet je, voor mij zelf geloof ik het wel. Jarenlang had ik een aantal mensen in dienst, de laatste vertrok een jaar of drie geleden, vlak voor corona. Ik ben volledig eigen baas en zing mijn tijd wel uit. Als het rustig is, loop ik even binnen bij mijn buurman Arie of stop wat eerder. En als een klant uit de wijk door wat dan ook niet naar de zaak kan komen, dan kan ik besluiten hem of haar thuis te knippen. Die vrijheid kan ik mij permitteren.
Wat mij aan Vlaardingen bindt? Simpel: de mensen. Zowel mijn klanten als de vele Vlaardingers die ik ken uit mijn school- en voetbaltijd. Een aantal zie ik nog steeds. Met een paar maten speel ik in een bandje. En elk jaar pik ik wel een avondje Zomerterras mee. Echt een reüniegevoel.”